2 Koningen 24:12

SVToen ging Jojachin, de koning van Juda, uit tot den koning van Babel, hij, en zijn moeder, en zijn knechten, en zijn vorsten, en zijn hovelingen; en de koning van Babel nam hem [gevangen] in het achtste jaar zijner regering.
WLCוַיֵּצֵ֞א יְהֹויָכִ֤ין מֶֽלֶךְ־יְהוּדָה֙ עַל־מֶ֣לֶךְ בָּבֶ֔ל ה֣וּא וְאִמֹּ֔ו וַעֲבָדָ֖יו וְשָׂרָ֣יו וְסָֽרִיסָ֑יו וַיִּקַּ֤ח אֹתֹו֙ מֶ֣לֶךְ בָּבֶ֔ל בִּשְׁנַ֥ת שְׁמֹנֶ֖ה לְמָלְכֹֽו׃
Trans.wayyēṣē’ yəhwōyāḵîn meleḵə-yəhûḏâ ‘al-meleḵə bāḇel hû’ wə’immwō wa‘ăḇāḏāyw wəśārāyw wəsārîsāyw wayyiqqaḥ ’ōṯwō meleḵə bāḇel bišənaṯ šəmōneh ləmāləḵwō:

Algemeen

Zie ook: Ambtenaar, Heerser, Stadhouder, Jojachin (koning v. Juda), Juda (koninkrijk), koningen van Juda, Moeder

Aantekeningen

Toen ging Jojachin, de koning van Juda, uit tot den koning van Babel, hij, en zijn moeder, en zijn knechten, en zijn vorsten, en zijn hovelingen; en de koning van Babel nam hem [gevangen] in het achtste jaar zijner regering.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֵּצֵ֞א

Toen ging

יְהוֹיָכִ֤ין

Jójachin

מֶֽלֶךְ־

de koning

יְהוּדָה֙

van Juda

עַל־

tot

מֶ֣לֶךְ

den koning

בָּבֶ֔ל

van Babel

ה֣וּא

hij

וְ

-

אִמּ֔וֹ

en zijn moeder

וַ

-

עֲבָדָ֖יו

en zijn knechten

וְ

-

שָׂרָ֣יו

en zijn vorsten

וְ

-

סָֽרִיסָ֑יו

en zijn hovelingen

וַ

-

יִּקַּ֤ח

nam

אֹת

hem

וֹ֙

-

מֶ֣לֶךְ

en de koning

בָּבֶ֔ל

van Babel

בִּ

-

שְׁנַ֥ת

jaar

שְׁמֹנֶ֖ה

in het achtste

לְ

-

מָלְכֽוֹ

zijner regering


Toen ging Jojachin, de koning van Juda, uit tot den koning van Babel, hij, en zijn moeder, en zijn knechten, en zijn vorsten, en zijn hovelingen; en de koning van Babel nam hem [gevangen] in het achtste jaar zijner regering.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!